top of page

Institutionele hufterigheid


Bron: Reformatorisch Dagblad

Doe eens lief (#doeslief) is een campagne van Sire om hufterigheid tegen te gaan. Dit is immers een ergernis van velen; onfatsoenlijk gedrag in ons publieke domein en op sociale media. Niet opstaan in de tram voor ouderen, hulpverleners uitschelden, mensen anoniem bedreigen. Doktersassistentes, conducteurs, stadswachten, allemaal worden ze steeds vaker onheus bejegend en dat kunnen en mogen we niet accepteren. Doe eens lief, want de hufterigheid wordt steeds erger. Zo lijkt het. Maar is dat ook zo ?

Laten we de zaak eens analyseren, wat is het werkelijke probleem ? Achter problemen zitten meestal werkelijke problemen oftewel datgene dat het probleem daadwerkelijk veroorzaakt en waar dus ook de duurzame, want structurele oplossing is te vinden. Voor deze analyse zou ik het begrip intrinsieke hufterigheid of institutionele hufterigheid willen introduceren. Als je op google zoekt krijg je twee hits, van deze column en een artikel van vermoedelijk zo'n 10 jaar geleden van de hand van Marnix Eysink Smeets. Hierin wordt betoogd dat het een intrinsieke kwaliteit is van onze moderne samenleving waardoor dit hufterige gedrag wordt gegenereerd.

'Tot nu toe lijkt die boodschap echter niet door te komen. “Een zwart-wit-verhaal”, zo liet Balkenende in antwoord op Brenninkmeijers boodschap dan ook weten. En minister Donner gaf in de Herzberglezing 2007 al aan dat het eens uit moest zijn met het azijnpissen tegen de overheid. Want dat zou het vertrouwen in die overheid alleen maar ondermijnen.'

Het werkelijke probleem wordt vooralsnog nog steeds niet onderkend. In de campagne #doeslief wordt wederom gesuggereerd dat de oorzaak van hufterigheid bij het individu ligt. De naïeve gedachte spreekt hier nog steeds dat je hufterigheid kunt uitbannen door mensen er individueel op aan te spreken. Deze aanpak zet mensen tegen elkaar op en verhult de werkelijke oorzaak van individuele hufterigheid. Dit is in mijn opinie een logischere contextuele benadering dan dat het slechts ontspoorde individuen zouden zijn. De oorzaak zit intrinsiek in onze moderne samenleving, daarom is het zo algemeen en verontrustend.

Het hufterige gedrag is dus ten alle tijden terug te voeren tot dit ‘systeemfenomeen’ en het hufterige individu is feitelijk slachtoffer net als degene die met hufterigheid te maken krijgt. De oorzaak is te vinden in onze institutionele werkelijkheid, waar we allen van afhankelijk zijn. Dit betekent overigens niet dat mensen hufterigheid moeten accepteren of dat ze zich hufterig kunnen gedragen. Dat werkt averechts. Het gaat er mij om dat mensen begrijpen waar hufterigheid vandaan komt en wat er structureel mis is aan de manier waarop we onze samenleving hebben ingericht. Reprimandes en campagnes kunnen deze ‘systeemfout’ niet verhelpen. Campagnes die individuen aanspreken zullen dit schip niet keren. Ze bereiken waarschijnlijk het tegenovergestelde doordat ze polariseren door de schuld te leggen bij het onbeschofte individu. Dit maakt een oplossing juist lastiger, omdat de emoties en morele verontwaardiging alleen maar toeneemt en dus ook de frustratie. Olie op het vuur gooien, terwijl we dit willen blussen.

Zedelijk verval en onbeschofte omgangsvormen zijn een symptoom van deze tijd. Individualisering van deze problematiek heeft een contraproductief effect. Laten we de belaagde doktersassistentes eens onder de loep nemen. Patiënten bedreigen deze dames verbaal en gooien zelfs met prullenbakken. ‘Dat kan echt niet’, is de algemene verontwaardigde reactie. Tegelijkertijd er is boosheid bij de gooiende patiënt en die komt ergens vandaan. Het probleem is dat deze boosheid niet goed wordt geuit. De vraag of deze boosheid wel of niet terecht is wordt dan niet meer gesteld. En hoe kun je boosheid überhaupt goed uiten als je het gevoel hebt dat ze toch niet naar je luisteren. Meestal knapt er in dit soort situaties iets en verliezen mensen controle over zichzelf. Hier zijn twee slachtoffers de belager en de belaagde. De veroorzaker, het systeem zelf, dat mensen in deze situatie brengt blijft buiten schot. Dit gebeurd vanuit de breed gedragen morele overtuiging dat je ten alle tijden je fatsoenlijk dient te gedragen.

Deze morele wet zou dus ook voor de systemen dienen te gelden, die we ontwerpen. De automatisering heeft als intrinsieke kwaliteit dat het de samenleving anoniemer en menselijk contact schaarser maakt. Dat is in essentie onfatsoenlijk en systemen gedragen zich dus onfatsoenlijk. Fatsoen kennen ze niet, zijn ze niet voor geprogrammeerd en hier gaat het massaal mis. Wij ‘fatsoenlijke mensen’ vangen de klappen op, zowel de ‘hufters’ als de ‘poortwachters’. Tegen een computer of apparaat kan je niet lekker schelden, we doen het, maar het bevredigd niet. Om werkelijk bevredigend te schelden heb je mensen nodig en dat zijn meestal de ‘poortwachters’. Dit zijn mensen die op de grensvlakken van het systeem en het publiek werken; baliemedewerkers, doktersassistentes, hulpverleners, conducteurs, allemaal mensen die het systeem dienen en niet kunnen veranderen en vermoedelijk net zo veel last hebben van het ‘systeem’. Dit zijn de mensen die het moeten ontgelden en dat is zoals we zien zeer onterecht, temeer omdat ze geen kant op kunnen. Degenen die de systemen ontwerpen zijn niet direct in beeld, die kun je dus niet belagen en zo ploeteren we vrolijk verder.

Als je met deze blik naar hufterigheid in het algemeen kijkt zie je dat de verantwoordelijkheid juist ligt bij de fatsoenlijke mensen, die de systemen ontwerpen en gebruiken in hun voordeel. En het zijn juist deze mensen, die worden beschermd door de norm van fatsoenlijk gedrag als ‘hun systeem’ niet blijkt te werken. Het zijn systemen die zeer indirect mensen frustreren, die dan vervolgens doorflippen en hun boosheid uiten op de degene die toevallig in de buurt is. Hierbij ontstaat er algemene verontwaardiging over dit ontremde hufterige gedrag, terwijl de werkelijke oorzaak aan het oog wordt onttrokken. Dat is dus wat ik bedoel met institutionele hufterigheid. En wie is hier schuldig ? Wij allemaal dunkt me, we doen er allemaal aan mee als het in ons voordeel is en vloeken wanneer het zich tegen ons keert.

Hoop dat dit helpt bij het analyseren van het fenomeen ‘toenemende hufterigheid’. Mensen zijn van nature vriendelijk als je ze vriendelijk bejegend, daadwerkelijk naar ze luistert en ze niet met een kluitje in het riet stuurt. Laten we onze systemen dan ook fatsoenlijk ontwerpen en beheren alvorens we onze beschuldigende vinger naar de slachtoffers wijzen van juist de tekortkomingen in onze systeemwereld.

Featured Posts
Check back soon
Once posts are published, you’ll see them here.
Recent Posts
Archive
Search By Tags
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page