Right to Challenge ‘Stadsgeneeskunde in de Praktijk’
Tuinteam Oleanderplein (Bloemhof)
Stadsgeneeskunde is als initiatief gekozen in de duurzame Top 100 van Trouw, dit keer van onderop. We zijn hier heel blij mee, want het helpt hopelijk onze aanpak bekender te maken onder een groter publiek. Stadsgeneeskunde beoogt een transitie van de onderhoud en welzijn praktijk zodat deze preventief werkt op gezondheidsgebied. Als Creatief Beheer werken we al 17 jaar aan deze methode en momenteel trachten we deze in Rotterdam via het Right to Challenge praktisch vorm te geven. Wat het precies inhoudt en wat de kernvisie achter de methode is zal ik hier zo goed mogelijk uit de doeken doen.
‘De omgeving van de mens is de medemens’
Het idee achter stadsgeneeskunde is dat je niet het ‘zieke individu’ maar de ‘zieke omgeving’ behandelt. Dit is een trendbreuk met de patiënt-staat-centraal aanpak in de zorg. Stadsgeneeskunde stelt in deze de gemeenschap en de buitenruimte centraal en niet het individu. Dit is een meer duurzame en effectieve manier om ziekte te genezen dan wel te voorkomen op individuele basis.
Slechts 6% van onze huidige ziektelast (maatschappelijke ziektekosten) wordt veroorzaakt door de puur fysieke omgeving (luchtvervuiling, geluidsoverlast e.d.). De overige 94% kent vele ‘oorzaken’ en is samen te vatten als ‘levensstijl/omgeving’. Deze zijn individueel bepaald, maar zeker niet individueel oplosbaar. Het zijn individuele en omgevingsfactoren die samenhangen met genetische constitutie, economische status, opleiding, woonomgeving, sociaal netwerk... ‘De omgeving van de mens is de medemens’ een dichtregel van Jules Deelder slaat in deze de spijker op de kop.
De blokkade om ‘integraal te investeren’ is institutioneel De gezondheidszorg doet interventies op individuele basis en die zorgen ervoor dat de individuele gezondheid verbetert. Preventie binnen de zorg beperkt zich tot individuele interventies, inenting, voorlichting, levensstijl coaching, e.a. De omgeving wordt betrokken via app’s, familiegesprekken en elektronica in huis, e.d., dit leunt op een klassiek verdienmodel. De interventies zijn gericht op het individu en worden via deze weg preventief therapeutisch vergoed. Echter ze zijn niet op de gemeenschap en andere individuen gericht, de buurman heeft er meestal niets aan. De blokkade om ‘integraal te investeren’ is institutioneel, er is weliswaar een grote maatschappelijke return (>200%) maar die is niet te verzilveren binnen de zorg, want het levert geen extra individuele transacties op. Zorgverzekeraars samen met de overheid zijn de aangewezen partij om te investeren in deze integrale preventie. Want dit betekent op termijn minder individuele interventies en declaraties.
De natuur als een integraal medicijn voor de stad.
Stadsgeneeskunde is een fysieke/sociale interventie op wijkniveau, die de leefomgeving van deelnemers en bewoners gezonder maakt. Stadsgeneeskunde doet dit door de natuurlijke interactie tussen mensen in de publieke ruimte te benutten, hetgeen zorgt voor samenhang en sturing. We zijn immers een sociale soort en hebben elkaar en de natuur nodig om gezond te blijven. De natuur (= onze natuur) wordt hier op een andere manier ingezet, dan te doen gebruikelijk. Als een integraal medicijn voor de stad.
Iedereen mag en kan meedoen
Dagelijks onderhoud en welzijn vormt de basis voor de transitie (trendbreuk), dit is een taak en verantwoordelijkheid die we allen hebben. Met een duidelijk doel en taakstelling kunnen bewoners hun steentje op een gezonde manier bijdragen (hoe klein ook) aan het gemeenschappelijke en tegelijkertijd elkaar leren kennen en waarderen. De Tuinman (m/v) zorgt ervoor dat de taak gezamenlijk en vakkundig wordt uitgevoerd. Niemand staat meer gedwongen en klagend langs de zijlijn, iedereen mag en kan meedoen.
Het oude dorpsgevoel in een nieuw groen, gezond en gezellig jasje.
De stad bestaat in eerste instantie uit mensen en door de natuurlijke interactie tussen mensen op deze wijze te optimaliseren op dagelijkse basis maak je de publieke ruimte in een stad leefbaarder en gezonder. Mensen worden minder op zichzelf teruggeworpen en vinden makkelijker steun bij elkaar. Dit allemaal tegen gelijkblijvende kosten dat is de werkelijke potentie van de participatieve aanpak van onderhoud en welzijn.
Het resultaat is voor iedereen zichtbaar en voelbaar het systeem stuurt immers op directe feedback in de uitvoering. Dit is een geheel analoge aangelegenheid. Mensen corrigeren elkaar en leren van elkaar. Zo lang het doel maar helder is. Het oude dorpsgevoel in een nieuw groen, gezond en gezellig jasje.
Door de decentrale autonome uitvoering wordt het creatief oplossend vermogen van de gemeenschap aanzienlijk verhoogd. Korte lijntjes, meer participatie en eigenaarschap, meer ecologisch en sociaal bruikbare stadsnatuur.
Een real time revolving fund
Om dit goed te kunnen organiseren is een vaste basisinleg en daaraan gekoppelde inzet van 100.000 euro nodig. Dit is genereert voldoende aanwezigheid om de taken uit te voeren en stimuleert de creativiteit van alle betrokkenen: met beperkte middelen meer bereiken op een nieuwe inspirerende manier.
Het is een natuurlijke neiging van mensen, iets zo mooi mogelijk te willen maken. Vandaar dat een prachtig zichtbaar resultaat (mooi park, spelende kinderen) en tevreden deelnemers de participatie en resultaat weer verbeteren. Dit is een zichzelf versterkend systeem - een real time revolving fund - dat maatschappelijke waarde genereert.
Flexibele groei van zowel het groen als de sociale samenhang
Tegenover die 100.000 staan de vaste reguliere taken op onderhoud, inrichting en welzijn gebied, relatief eenvoudige taken, maar wel specifiek mensenwerk; opruimen, tuinieren en repareren. Op dit moment zijn de meeste taken op onderhoud gebied waar mogelijk geautomatiseerd met inzet van machines. Dit bevriest als het ware het groen, want hierdoor dient alles gestandaardiseerd te worden en in bestekken gevat. Dit maakt groei en creativiteit onmogelijk want vaste contracten, lange termijn afspraken en langdurige herinrichtingsprojecten.
Door het noodzakelijke mensenwerk – het werk dat slecht te automatiseren is - integraal aan te besteden en uit te voeren maakt flexibele groei van zowel het groen als de sociale samenhang mogelijk.
Het is onmogelijk een slecht resultaat te verdoezelen
Het mooie van het werk is, dat het niet al te risicovol is en erg gezond, je werkt buiten in het groen met andere mensen. Als je dit goed organiseert, heb je productie, activatie, revalidatie en therapie ineen. Dit is de hoofdtaak van de Tuinman (m/v); een goede, open werksfeer en een mooi resultaat voor iedereen te zien. We worden dan ook aangesproken door jan en alleman tijdens het werk. We goed bereikbaar via telefoon en internet. Mensen kunnen ook nog via de buiten beter app klachten melden en dat wordt dan weer aan ons doorgegeven.
Het is vrij eenvoudig de tevredenheid van deelnemers (vrijwilligers) te meten door het ze te vragen. Bovendien hebben veel deelnemers andere begeleidende instanties en daar zouden ze ook kunnen klagen over hoe wij het doen. Het is dus bijna onmogelijk een slecht resultaat te verdoezelen.
Ook de personele inzet van Tuinmandagen en deelnemers is voor iedereen in de wijk te zien en te controleren. Dit is de reden waarom we een tuinuniform dragen naast een professionele uitstraling zijn we op deze manier herkenbaar aanwezig.
Twee showcases in 2020
Het doel is ambitieus en lijkt voor velen te idealistisch (heeft toch geen zin) maar het is wel een concreet en door velen gewenst doel. Zaak is dus om het zichtbaar en tastbaar te maken in de praktijk, zodat mensen begrijpen dat het mogelijk is en hoe de weg erheen eruit ziet. Dat is precies wat we de komende tijd willen gaan doen.
We hebben hiervoor inmiddels de basis gelegd in twee Right to Challenge trajecten gestart begin 2019. Eentje in Bospolder Tussendijken in Park 1943 en eentje op Rotterdam zuid in de Oleanderbuurt. Echter deze gaan nog slechts over schoon en standaard groenonderhoud en bieden niet de mogelijkheid voor ontwikkeling en groei.
Het is nu de ambitie ons Challengetraject uit te breiden en twee showcases ‘Stadsgeneeskunde in de Praktijk’ te realiseren in 2020 waarin we laten zien wat er mogelijk is op wijkniveau.
Op Zuid willen we de gehele Oleanderbuurt wijkbreed opfleuren en onderhouden. We zijn hier sinds 2008 actief op tal van plekken. We zouden dan ook al deze plekken een opfrisbeurt willen geven en extra inplanten zodat alles er fris en fleurig uitziet volgend voorjaar.
In West willen we van Park 1943 een modelpark maken wat betreft beplanting en gebruik. Ecologisch en sociaal groen.
Deze beide showcases zijn mogelijk met een extra investering dit najaar en een inleg per traject/showcase van 100.000 euro in 2020. Nu hebben we nog slechts een inleg van 30.000 per traject en kunnen onvoldoende continuïteit bieden om te kunnen groeien.
We zijn hierover in gesprek met gemeente en tal van belanghebbende partijen. Hopelijk lukt het om volgend jaar twee volwaardige stadsgeneeskunde trajecten te kunnen presenteren in Rotterdam, zodat we de potentie van stadsgeneeskunde kunnen laten zien en ervaren in de praktijk.