top of page

Dokter Biemans over 2017

Je wilde de terugblik op 2017 in de vorm van een interview doen, waarom?

Dit jaar heb ik het zelfinterview weer uit de kast gehaald. Ik vind het een prachtige vorm om mijn gedachten te ordenen en tegelijkertijd onze boodschap te communiceren. Naast mijn essays natuurlijk, maar die zijn wat minder toegankelijk.

Laten we maar beginnen, wat heeft het afgelopen jaar gebracht ?

We hebben terugkijkend 3 jaar lang vastgezeten in een cocon. Mijn werk was enerzijds crisismanagement om ons bedrijf te redden en de cashflow overeind te houden en anderzijds het verder ontwikkelen van de methode. Dat is heel vermoeiend, je wordt emotioneel heen en weer geschud, maar je moet positief blijven.

Het mooie is dat we nu als Creatief Beheer onze praktijk eindelijk kunnen stoppen en dat was nodig om het opnieuw te kunnen organiseren met een duurzaam perspectief. Als we de afgelopen jaren waren gecrasht met doorlopende kosten en verplichtingen had ik rechtstreeks door kunnen lopen naar de schuldsanering. We zijn geen BV en als we failliet gaan, gaan we persoonlijk ook failliet. Achteraf ben ik wel geschrokken van de risico’s die we hebben genomen.

Mijn vrouw en ik waren hieraan 15 jaar geleden ooit als kunstenaars begonnen. Een omkering van de dagelijkse praktijk als statement. We zijn door de jaren gaan houden van de wijken, de parken en de mensen. En het bleek ook nog eens te werken, zeker toen we met een Tuinman(m/v) begonnen. We hebben toen in 2011 vol ingezet op doorgroei van Creatief Beheer. In 2013 hadden we een goed lopende praktijk en we dachten omdat de WMO en de Participatiewet eraan kwamen, dat onze praktijk wel zou doorgroeien. Hij was hier immers voor ontworpen, maar precies het tegenovergestelde gebeurde in 2014.

De deelgemeentes werden afgeschaft en er kwamen gebiedscommissies voor in de plaats. Echter in de voorbereiding van deze decentralisatie werden juist het dagelijks onderhoud en het ‘nieuwe welzijn’ centraal aanbesteed middels gescheiden bestekken door twee verschillende clusters. Ik weet nog dat ik toen dacht, dat is een stap terug. Maar ik dacht ook, er zal toch wel ruimte zijn voor onze aanpak, die toch algemeen als succesvol werd gezien. Nee dus, er was niet alleen geen ruimte maar ook geen geld meer voor. Feitelijk bestond ons domein niet meer in beleidskringen. Zonder dat we het in de gaten hadden liepen we vast. We hadden allerlei langlopende verplichtingen, die we niet meer konden stopzetten. Het werd dus zwemmen of verzuipen. We hebben het gered, maar vraag niet hoe.

Hoe is het dan gelukt ?

De activistische strijd waarin we in verzeild waren geraakt, met handtekeningenacties, brieven aan wethouders, is niet de onze. Wij zijn bezig met de oplossing voor de lange termijn en dat is meer een zoeken naar mogelijkheden en samenwerking. Alles wat we hebben ontwikkeld is altijd met anderen gedaan, die hun kennis en kunde met ons deelden in de uitvoering. Bij de oplossing heb je juist iedereen nodig en het is contraproductief iets te bestrijden dat je nodig hebt.

We konden simpelweg niet verder met onze praktijk omdat we andermans programma’s uitvoeren waar we niet in geloven.

Jullie zijn nu toch weer een petitie gestart ? De gemeente uitdagen klinkt toch strijdvaardig ?

Dat is om het juiste gesprek te kunnen voeren. Het gaat ons om een transformatie van het dagelijks onderhoud in een wijk, vakmanschap in de frontlijn en op deze wijze een verbindend domein aan de basis van onze samenleving te vormen. Groen is hot. Het barst inmiddels van groene initiatieven en waarom maken we de volgende stap niet. Daar gaat het om. Het pijnlijke feit doet zich namelijk voor dat het dagelijks onderhoud al 15 jaar hetzelfde is gebleven en eigenlijk alleen maar onpersoonlijker is geworden. Het dominante idee van de afgelopen jaren in beleidskringen dat bewoners dit dan vrijwillig zelf zouden oppakken, dan wel gedwongen, is geen realistisch uitgangspunt gebleken. Dan moet je het anders organiseren en daar gaat het om. Dan gaan mensen wel meedoen en daarvoor dien je de uitvoerende praktijk te veranderen.

Hoe zorg je er dan voor dat mensen wel mee gaan doen ?

Door het werk zo aan te bieden dat deelnemers het begrijpen, nuttig vinden en er zelf ook op vooruit gaan. Juist het groenonderhoud biedt hiervoor ongekende mogelijkheden als je het benaderd als tuinieren in de meest ruime zin van het woord. Tuinieren is waarschijnlijk een van de gezondste activiteiten die een mens kan doen. Om dit mogelijk te maken moet je het groenonderhoud in feite compleet omgekeerd organiseren; als een autonoom domein aan de basis. Dat is niet zo heel erg moeilijk. Alle kennis, kunde en netwerken zijn al aanwezig het dient alleen anders georganiseerd te worden. Hoe dat georganiseerd kan worden is waar ik de rest van de tijd mee bezig was en daar hebben we eigenlijk alles wat we nodig hebben ontwikkeld.

De meeste programma’s hebben een veel te vrijblijvend karakter en raken niet de kern van het probleem. Dus als we het goed deden was het programma de oorzaak en als het niet lukte kregen wij de schuld. Het ironische was dat het meestal nog lukte ook, alleen het lange termijn perspectief ontbrak volledig. Missie geslaagd, opdracht weg.

Stoppen was een noodzakelijkheid en een verlossing, want nu komt er ruimte om alles wat we hebben geleerd op een goede en effectieve manier toe te passen.

De stress om met vallen en opstaan een kansloze praktijk overeind te houden is verdwenen. En 15 jaar werk in de wijk is niet voor niets geweest dat is ook belangrijk. Bovendien zijn we door alle tegenslagen de laatste drie jaar uitgehard en zijn we klaar voor het echte werk.

Uitgehard ?

Als je plantjes van zaad opkweekt in een kas en ze gaan naar buiten krijgen ze een klap en moeten eerst wennen aan de nieuwe omstandigheden voor ze een grote volwassen buitenplant worden. Dat noemen we uitharden. Wij kwamen ook van een redelijk comfortabele positie in de volle gure wind terecht, daar moesten we even aan wennen.

Ik had een heel systeem met ‘doosjes’ waarin ik alle problemen stopte en die ik één voor één aanpakte. Zo kon ik me enigszins afschermen en positief blijven over de toekomst. Ook gebruikte ik een verhaal wat ik had van de film ‘Touching the Void’. Hierin vertelt bergbeklimmer Joe Simpson (waargebeurd verhaal) hoe hij met een gebroken been al kruipend een gletsjer moet oversteken. Hij kiest steeds een rotsblok in de buurt en schat in zijn hoofd de tijd die hij nodig heeft er te komen. Bijvoorbeeld 20 min en als het dan lukt in bv 18 min was hij echt blij en als het bv 25 min was hij pissed off. En zo verder, en verder tot het op het eind een automatisme was en hij half bewust blijft doorkruipen wat hem uiteindelijk red. Je kan het ook vergelijken met een in de knoop geraakte draad uit elkaar halen, dat moet je langzaam doen, lus voor lus en niet te hard trekken anders lukt het nooit.

Dat is dus wat we noodgedwongen de laatste drie jaar hebben gedaan en 2017 is het jaar waarin dit uiteindelijk is gelukt. We zijn nu financieel weer enigszins gezond en hebben een wenkend perspectief wat betreft de toekomst.

Al bij al zijn we onze naïviteit verloren en hebben met schade en schande de fijne kneepjes van het ondernemen geleerd. Positief is dat de relatie tussen Karin en mij hierdoor juist is sterker geworden. Ook voor onze Tuinmannen en vrouwen was het niet makkelijk, maar we hebben het met zijn allen doorstaan. Dus hoe het ook uitpakt, we verlaten het strijdperk met opgeheven hoofd.

Hoezo het strijdperk verlaten, de strijd gaat toch gewoon door als ik je zo beluister ?

Als winnen niet meer kan, valt er weinig te strijden. We weten nu veel beter wat er nodig is om onze aanpak goed te kunnen uitvoeren. Dus we hebben al gewonnen, onze experimentele fase (strijd) is afgelopen. Dat we nu onze aanpak verder ontwikkelen is altijd onze volgende uitdaging geweest en dat is meer een avontuur dan een strijd.

Hoe doe je dat dan ontwikkelen ?

Creatief Beheer en alles wat ik heb gedaan is altijd vanuit een uitvoerend netwerk van freelancers en mensen uit allerlei organisaties ontstaan. Ik zoek als ontwikkelaar van een idee altijd de mensen die ik nodig heb qua kennis, kunde of netwerk om dat idee vorm te geven. Als je dan zorgt dat er een beiderzijds belang ontstaat zijn mensen vanzelf gemotiveerd mee te denken of werken.

Toen we ons huurcontract tekenden van 5 jaar begin 2014 voor de bovenste verdieping van de voormalige RETremise deden we dat met een reden. We dachten toen immers dat we konden doorgroeien en dan zou de huur en de ontwikkeling geen probleem zijn. Tegelijkertijd participeerden we ook nog in de renovatie van ons toekomstige verdieping. Het werd een prachtige verdieping, die we TOPFLOOR noemden en op 1 juli 2015 werd opgeleverd.

We starten ook een parallel traject naast onze praktijk. Dit was het netwerkproject TOPFLOOR waarbij we een ondersteunende organisatie wilden opzetten om stadsgeneeskunde verder te ontwikkelen. Dit was wat we altijd al deden, maar dan nu formeel, zo dacht ik. We waren toen net gestart met het idee van stadsgeneeskunde en met dokter Biemans als vertolker. Eerst op stadslog, daarna op onze nieuwe webomgeving, waar we al twee jaar aan werken en die langzaamaan vorm begint te krijgen.

Onze omzet daalde echter scherp in 2015 en eigenlijk hadden we geen kantoor meer nodig. Een instituut bleek een iets te simpele en opportune gedachte. Tegelijkertijd maakten we wel stappen met het TOPFLOOR programma. Zo hebben we met Bureau Drift de fondsvorm verder uitgewerkt middels een platform31 subsidie.

Op een zeker moment dit voorjaar zat ik dus alleen in een kantoor voor 30 mensen, al ons werk organiseerden we inmiddels buiten de deur. Probleem was dat we een dichtgetimmerd contract hadden tot juli 2020. We besloten ons kantoor toch te verlaten en te ontruimen, blijven zitten was geen optie. Gelukkig hebben we ons contract per 1 januari 2018 kunnen overdragen aan een andere partij.

Dat is ontwikkelen, uitdagingen aangaan en die tot een goed einde brengen. Noem het daarom ook wel eens, jezelf in de nesten werken om er weer uit te komen. Dit was achteraf wellicht een tikkeltje te wild, maar we hebben het gered en dat geeft voldoening. Het is maar goed dat je alles niet van te voren weet.

Hoe gaan jullie dan nu concreet verder ?

We zaten dus jaren vast in onze lopende praktijk met een zeer onrendabele top. Tegenslag en weerstand in de praktijk is heel goed om je ideeën te testen en te verbeteren, maar niet om te veranderen. Onze trein moest nog even door en juist dat heeft ons veel geleerd over de praktische kant van onze aanpak. Hoe het nog beter kan en dat gaan we nu doen onder de vlag stadsgeneeskunde en ook niet meer exclusief in Rotterdam.

Dit najaar hebben we de Stadsgeneeskunde Groep opgericht met mensen uit het TOPFLOORnetwerk die allemaal een direct belang hebben bij de ontwikkeling van stadsgeneeskunde en hieraan bijdragen waar mogelijk. De Stadsgeneeskunde Groep werkt als een uitvoerende netwerkclub, die samen aan concrete opgaven werkt. Dat wordt een soort van netwerkconsultation nieuwe stijl en op deze manier kunnen we stadsgeneeskundetrajecten aan gemeentes aanbieden, die ze zelf kunnen uitvoeren. We hebben immers een heel groot netwerk op dit gebied en we kunnen vrij eenvoudig net als in de wijk de juiste mensen met de juiste kennis, kunde en netwerk inzetten. Dat is heel spannend en leerzaam om te doen en zo zijn per direct alle gemeenten onze potentiële klant en op termijn medeontwikkelaar van de aanpak

Dus de stadsgeneeskunde groep is de voortzetting van TOPFLOOR zonder kantoor ?

Dat is het, alle doelstellingen die we hadden met TOPFLOOR hebben we ook met de Stadgeneeskunde Groep maar nu met een beter handelingsperspectief om het academisch te duiden

En de lopende projecten in Rotterdam ?

Dat is een lastige. Ik hou van deze stad, maar soms moet je express het tegenovergestelde doen. In onze praktijk zitten te veel goede oude ideeën, waarvoor we nieuwe betere hebben bedacht. Daarnaast waren onze emoties slechte raadgevers, omdat ze ons steeds weer terugtrekken in oude controverses. Met andere woorden, we willen niets liever dan hier in deze stad verder gaan, maar wel op een juiste manier en met een perspectief op de langere termijn. Doordat we de gemeente nu officieel hebben uitgedaagd kunnen we het gesprek voeren op een constructieve manier. Natuurlijk hoop ik op een positief resultaat en daar zullen we ook alles aan doen. Maar dat is geen strijd meer.

Hoezo is dat geen strijd meer, het wordt toch niet makkelijker ?

We houden juist van moeilijke dingen, uitdagingen waarvan je denkt, waar begin je aan. Doordat we onze queeste hebben volbracht en met goed resultaat; een werkend concept, hebben we eigenlijk al gewonnen. Het is nu zaak om het beleidsmatige, de wetenschap en de politiek structureel te betrekken, dat is iets heel anders. In feite is er nu geen confrontatie meer, maar een gezamenlijke uitdaging. Het gaat er nu om dat we kunnen laten zien wat mogelijk is: binnen drie jaar een hele wijk tegen dezelfde kosten aanmerkelijk groener, gezonder en veiliger maken. Dit kan alleen maar in samenwerking en niet door te strijden, het punt is gemaakt.

Ik ben nu 57 jaar en mijn intentie is om stadsgeneeskunde tot een gangbare en effectieve praktijk te maken. Het is nu zo dat mensen aan de onderkant in een ziekmakende omgeving wonen, terwijl ze er ook nog eens de schuld van krijgen. Deze zienswijze wordt inmiddels breed gedragen in wetenschappelijke kringen en dus zal de oplossing ook voldoende aandacht genereren. Het heeft geen zin gelijk te willen krijgen als je het al hebt. Maar nogmaals, het lijkt te lukken en dat is natuurlijk prachtig. We gaan nu iets anders doen en dat is erg spannend en leuk.

Dus eigenlijk geen vuiltje aan de lucht?

Ja, maar dat betekent niet dat ze er niet zijn. Ik zie ze alleen nog even niet. Grootste uitdaging nu is het goed communiceren van onze visie en methode. De Challenge helpt daar bij, omdat we het nu tenminste hebben over de essentie en niet over bijzaken. Stadsgeneeskunde is niet moeilijk en je hebt als gemeente zowel direct effect als een duurzaam perspectief. Dat is belangrijk in deze tijd.

Wat was de leukste en wat de pijnlijkste ervaring van 2017 ?

Oef dat is lastig. Het gedoe rond ons huurcontract en het verdwijnen van de Afrikaandertuin waren allebei nogal heftig. Hoewel we in beide gevallen wisten waar we aan begonnen blijft het altijd pijnlijk voor alle betrokkenen. Je hebt er veel energie in gestopt, samen lief en leed gedeeld. En dan gewoon weg alsof het niks was.

Maar het leukste was dat 2017 een jaar vol van nieuwe ontdekkingen is geworden, het begon al op 1 januari met de Gardeners Game, dit was een werkelijke ontdekking. Tot mijn eigen verbijstering stuitte ik op de wiskunde, waarmee ik verschillende rollen in de wijk op elkaar kon betrekken. Het algoritme zogezegd om te sturen in onze nieuwe praktijk. Dat was waarmee ik al jaren aan het worstelen was. Maar ook de schijf van vijf voor een gezonde leefomgeving in de wijk. En last but not least, het rattenparadijs, dat is echt van een lelijk eendje in een zwaan veranderd.

Naast tegenwerking hebben we natuurlijk ook veel steun gehad en hartverwarmende reacties.

Omdat ik nu veel beter begrijp hoe alles is gelopen, kan ik eigenlijk niemand meer iets kwalijk kan nemen. Dat wist ik wel op een intellectueel niveau, maar nu voel ik dat ook zo. Het meeste wat ons overkwam is niet de schuld van mensen, maar van mensen in een systeem. Als je het systeem verandert, veranderen de mensen en niet omgekeerd. Ook was tegenwerking noodzakelijk om dit alles te kunnen realiseren. Wijsheid komt met de jaren zullen we maar zeggen. Bij deze iedereen bedankt en een gezond 2018 gewenst.

Featured Posts
Check back soon
Once posts are published, you’ll see them here.
Recent Posts
Archive
Search By Tags
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page